De werknemer was sinds 1983 in dienst en werd in 2009 op 56-jarige leeftijd ziek: een burn-out, veroorzaakt door het werk. Na een jaar uit de roulatie geweest te zijn begon de re-integratie. De werkgever hield vol geen passend werk te vinden, terwijl UWV tot twee maal stelt dat de werkgever zich te weinig had ingespannen. De werknemer toonde zelf bereid te zijn weer aan de slag te gaan en is mediation aangegaan hetgeen nergens toe leidde. De werkgever was huiverig en wilde niet het risico lopen dat de werknemer weer arbeidsongeschikt werd. De werknemer vroeg na anderhalf jaar begin 2011 ontbinding van het contract aan.
De rechter besloot tot toekenning van de ontbinding met een factor 2,5. De arbeidsongeschiktheid was veroorzaakt door het werk, en de werkgever heeft niet genoeg zijn best gedaan om de werknemer weer aan de slag te krijgen. Kortdurend waren er niet-passende werkzaamheden geboden waarna de werkgever geen enkel ander bod had gedaan. De bedrijfsarts had ook wisselende oordelen en de rechter zegt dat hier meer onderzoek naar had moeten worden gedaan.
Tevens was de oude functie van de werknemer al erg snel opgevuld door een vervangende medewerker. Toen de werknemer weer wilde werken werd de mogelijkheid niet geboden. Op deze gronden baseert de rechter een factor 2,5, wat in totaal een vergoeding van € 383.680,- opleverde.
Deze uitspraak van de rechter is in lijn met de huidige kantonrechtersformule die in 2009 is ingesteld. Daarin wordt veel nadruk gelegd op de pogingen van werkgevers om werknemers te scholen en aan ander werk te helpen. In dit geval was de werkgever daar dus in gefaald.
Re-integratiebureau NextJob ondersteunt werkgevers met het uitvoeren van tweede spoor re-integratietrajecten. Hiermee voldoet de werkgever aan de strenge re-integratieverplichtingen en voorkomt hoge ontslagvergoedingen of sancties van het UWV . Meer informatie over tweede spoor re-integratie.
Bron: Kantongerecht Den Bosch, Uitspraak LJN BQ5109